Internet of Things: de nieuwe toren van Babel – hoe verder?

IoT begint een realiteit te worden. Nieuwe producten en gadgets worden ontwikkeld om de consumenten meer informatie te verschaffen over hoe het staat met hun gezondheid of hoe ze energiekosten kunnen verlagen. De grootste drempel betreft de onzekerheid omtrent de privacybescherming en het risico van “hacken”.

Zijn er al goede voorbeelden van succesvolle IoT toepassingen? Feitelijk nog bar weinig. Door gebrek aan standaarden ligt de strijd in het IoT speelveld nog vrijwel geheel open. Er bestaan minstens 25 meer ‘generieke‘ IoT platforms (van groot zoals Google, Microsoft-Azure, tot klein) en daarnaast  is een groot aantal Industrial IoT platforms (IIoT) in wording, zoals door General Electric (Predix) en Bosch worden gepromoot. Deze strijden met elkaar om het zetten van een standaard en willen alle het meest dominante ecosysteem worden op hun terrein. Vooralsnog laat een duidelijke uitslag nog op zich wachten.

De gebruiker/klant moet dus een gok wagen met welke (I)IoT platform provider in zee te gaan. Dat kan achteraf wel eens een dure gok blijken te zijn (platform levert niet wat is beloofd, klant kan moeilijk switchen), maar een te late keuze kan ook duur uitpakken: “no pain no gain, no guts no glory”.

De transitie van ‘Gadget’ naar duidelijke business value moet nog plaatsvinden. Ketenmanagement speelt hierbij een centrale rol.

De echte waarde van IoT zit hem in het direct leveren van kosten- en/of kwaliteitsvoordelen voor de gebruiker. Een gadget kan leuk zijn om mee te showen of om een ‘sexy’ uitstraling van het bedrijf te verkrijgen, maar leidt niet tot een significante verbetering in de bedrijfsvoering (lagere kosten, hogere marges) of een echte innovatieve productdoorbraak. De vraag is wie het meest garen spint bij de invoering van IoT. Dat gebeurt namelijk over het algemeen pas als daadwerkelijk het product verandert in een dienst waarbij de delen van de keten worden gemanaged door een “orchestrator”:

  • afname van een geïntegreerde dienst voor duurzame warmtelevering  in plaats van het kopen van een CV installatie (van input- naar output-contracten);
  • de combinatie van financiering van de bouw van een ziekenhuis, facility management en het leveren en onderhouden van de installaties en een deel van de medische apparatuur (voorbeeld van de combi “Smarter Buildings” en “Managed Equipment Services);
  • van ‘push’ naar ‘pull’: alleen als het nodig is, zoals het legen van afvalbakken als ze vol zijn, het aangaan van straatverlichting als er beweging is, het vullen van de koelkast naar behoefte etc.

Aansluiting bij een dominant ecosysteem in wording

De creatie van geïntegreerde waardeketens zal het echte ‘battle field’ worden van het IoT tijdperk dat nu aanbreekt. Veel bestaande bedrijven en leveranciers zullen het lastig vinden om hun rol te verdedigen of binnen de keten aan te passen, maar de ‘First mover’ kan al snel een relatief grote voorsprong behalen indien de aangeboden dienstverlening snel wordt geadopteerd door de gebruikers vanwege de grote voordelen. Aansluiting bij een dominant ecosysteem in wording door middel van co-creatie zal zeer bepalend zijn voor de toekomstige overlevingskansen van de partners en nieuwkomers binnen de keten.

Om dit te versnellen zie ik hier een tevens grote rol weggelegd voor gebruikers- en consumentenorganisaties die de gewenste verandering kunnen stimuleren of zelfs afdwingen. Door het bundelen van de vraag en de stellen van specifieke eisen in de aanbesteding ten aanzien van de duurzaamheid (end-to-end), wordt de aanbodzijde gedwongen tot innovatie. Uiteindelijk gaat het om de voordelen die aan de consument/eindgebruiker worden geleverd. Deze heeft belang bij een geoptimaliseerde keten die levert wat is overeengekomen tegen zo laag mogelijke kosten en die tevens bijdraagt aan verduurzaming van de samenleving.

Dit is het terrein waar ‘the Internet-of-Things’ daadwerkelijke disruptie gaat veroorzaken.

Sietze Dijkstra – Harvest Moon Boardroom Consultancy bv